-
1 ontlasten
1 [ontdoen van een last] relieve3 [vrijstellen] exempt♦voorbeelden:1 mag ik u van dat pak ontlasten? • may I relieve you of this parcel?een drukke verkeersader ontlasten • relieve a busy (traffic) arterywe moeten hem wat ontlasten • we've got to take some of the weight off his shoulderszij ontlastte hem van de kinderen • she took the children off his handsII 〈wederkerend werkwoord; zich ontlasten〉1 [uitmonden] discharge/flow/empty (into)
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Английский